Masai

De Masai...

Men schat dat er ca. 500.000 Masai zijn. Ongeveer de helft van hen woont in Zuid-Kenia, de overigen in Noord-Tanzania. Masai betekent ‘sprekers van de taal Maa’. Deze taal wordt ook gesproken door de nauw aan de Masai verwante Samburu, die in het noorden van Kenia wonen. Beide groepen zijn nomadische veehouders. Ze trekken rond met hun vee en blijven korte of langere tijd op een zelfde plaats, afhankelijk van het al of niet aanwezig zijn van voldoende water en voedsel voor het vee. Tegenwoordig wordt het echter steeds moeilijker een zwervend bestaan te leiden, waardoor veel nederzettingen een permanent karakter krijgen. Het gevolg is vaak wel dat de weidegronden in de directe omgeving van de nederzetting uitgeput raken. Bijna alles bij de Masai staat in het teken van het vee. Dit blijkt alleen al uit de veelgehoorde welkomstgroet Keserian ingish?, wat ‘hoe gaat het met je vee’ betekent. Die grote veestapel levert de Masai voedsel, kleding, schoeisel, zit- en slaapmatten, touwen, bouwstof voor de hutten, alsmede ornamenten gemaakt van huid, horens en hoeven. Bovendien fungeert het vee als betaalmiddel voor oa de bruidsschat.

Het Masai-dorp...

Bij de Masai wonen meerdere families bij elkaar. De hutten staan binnen een cirkelvormige omheining van doorntakken. In het midden is een open plek – al of niet omgeven door een omheining – waar het vee overnacht. Het bouwen van de omheiningen gebeurt door de mannen, terwijl de hutten door de vrouwen worden gebouwd. De buitenste omheining moet bescherming bieden tegen de roofdieren en (vooral vroeger) veediefstallen. Hoe gevaarlijker de streek, hoe breder de omheining.
Iedere familie heeft een eigen ingang in de doornhaag, die ’s nachts kan worden afgesloten met takken van doornstruiken. Een grote schaduwrijke boom buiten de omheining fungeert als sociaal trefpunt en vergaderplaats. De karakteristieke hutten zijn rechthoekig met sterk afgeronde vormen. Ze bestaan uit een skelet van lange takken, waarvan de dikke kant in de grond wordt gestoken. De dunne uiteinden worden naar elkaar toegebogen. Dunne takken, bladeren en gras vullen het zo ontstane geraamte op. De wanden gaan over in een afgeplat, tunnelvormig dak, dat wordt ondersteund met palen. Tenslotte wordt het geheel (soms ook alleen het dak) bepleisterd met meerdere lagen koeienmest, eventueel vermengd met aarde. Men beweert dat dit mengsel ongedierte uit huis houdt. De hut bestaat uit een ruimte, waarin zich 2 bedden, een vuurplaats en een ruimte voor het hele jonge vee bevinden.

Sociale structuur...

De Masai zijn polygaam, wat betekent dat een man, wanneer hij genoeg vee bezit, meerdere vrouwen kan trouwen. Iedere vrouw heeft haar eigen hut. Die van de eerste vrouw staat altijd rechts van de ingang gebouwd. De tweede vrouw heeft haar hut links van de ingang. Wanneer een man overlijdt, worden de weduwen geërfd door zijn broer.

Wanneer een meisje de puberteit heeft bereikt, wordt ze besneden en spoedig daarna uitgehuwelijkt, meestal aan een oudere man, omdat krijgers nog niet mogen trouwen.
Mannen zijn onderverdeeld in 3 leeftijdsgroepen: jongens, krijgers en ouderlingen. Vanaf hun besnijdenis tot ongeveer 30-jarige leeftijd behoren mannen tot de krijgers (moran). De overgang naar een volgende groep gaat gepaard met grote rituele feesten, waarbij het slachten van een rund, het kaal scheren van het hoofd, zegeningen, dansen en het beschilderen van lichaam of gezicht terugkerende elementen zijn. Het beschilderen van het lichaam gebeurt meestal met rode klei die met water is aangelengd.

Kleding en sieraden...

De masai vallen op door hun trotse houding en ook door hun uitmonstering, waaraan valt af te lezen in welke leeftijdsgroep de Masani (enkelvoud voor Masai) zich bevindt. Masai-krijgers zijn duidelijk herkenbaar aan hun haardracht en de, meestal rode, toga-achtige doek, die ze luchtig om het lichaam hebben geslagen. Het met oker gekleurde haar wordt, wanneer het lang genoeg is, in koordvormige strengen gevlochten. Met behulp van katoenen en wollen draden worden deze nog verlengd.
Meisjes en vrouwen vallen vooral op door de talrijke sieraden die ze dragen. Vooral de decoratieve halskragen trekken de aandacht. Elke kleur (combinatie) heeft een betekenis. Groene kralen betekenen vrede, de kleur van het gras. Blauw en zwart zijn de kleuren van respectievelijk de dag en de nacht en stellen samen God voor.

Eetgewoonten...

Om melk te steriliseren gebruiken Masai gloeiende stukjes houtskool. Hierdoor krijgt de melk een rokerige smaak. Melk, vers of in zure vorm, is het hoofdvoedsel van de Masai. Voor moeders met zuigelingen en pas besneden kinderen wordt de zure melk gemengd met het bloed van een rund, om aan te sterken. Rundvlees wordt alleen bij speciale gelegenheden gegeten. Het mag nooit samen met de melk worden genuttigd of kort hierna. Masai-krijgers eten nooit iets wat een vrouw heeft aangeraakt of waar een vrouw naar heeft gekeken. Ze mogen niet eten waar vrouwen bij zijn, alleen samen theedrinken is toegestaan.



bron: Dominicusreeks