Column

Eenzame hoogte...

Het beklimmen van een berg, het is iets heel moois. Eigenlijk is het één en al symboliek. Wie houdt het vol tot het einde, wie heeft voldoende doorzettingsvermogen? En op meer esoterisch vlak is het beklimmen van een berg een overwinning van het hogere, van de geest, op het stoffelijke, de lagere natuur. Je ziet dit terug in veel religies en godsdiensten. Het bereiken van de top.. elke top.. is iets dat pas na langdurige loutering en volharding bereikt kan worden. Het behalen van het hoogste, de overwinning, is dan ook voor weinigen weggelegd. Misschien zelfs alleen voor de Goden.
Met pijn in zijn hart… slacht Jaap momenteel de bende van zes… in volgorde van oppervlakkigheid. En hij straalt uit dat het hem geen genoegen doet scherprechter te zijn. Het lijkt bijna zijn lot, en hij draagt het als een man. Hij is sterk, maar ook kwetsbaar, spreekt geen kwaad, maar laat het kwaad zich tegen zichzelf keren. De mensen die het vuur in de ene hand dragen en het water in de andere, die redden het niet tegen Jaap. Trillend als een rietje verschijnen zij voor zijn aangezicht. De mens schept en bevecht zijn zelfgemaakte duivels, zo is het altijd geweest.
In dit licht bezien, verbaast het mij dus geenszins dat Jaap de enige deelnemer is die de Kilimanjaro al eerder beklommen heeft. Als enige heeft hij het karakter dat voor die metafysische berg, voor deze Olympus, vereist is. Niet de fysiek sterken, of zij die door huichelarij naar boven proberen te komen bereiken in deze missie de top. De berg laat zich immers niet bedriegen. Slechts diegene, die beseft dat de weg er naar toe even belangrijk is als het doel.. die heeft er recht op. En terwijl de overige kandidaten keer op keer voor de duivel een kaars opsteken en daarmee hun eigen berg bouwen is Jaap al lang aan de beklimming begonnen.